Object Onder / Object Below
De titel van dit boek OBJECT ONDER / OBJECT BELOW verwijst naar het kaartje dat het Stedelijk Museum in het depot gebruikt om aan te geven dat er een ingepakt kunstwerk onder ligt en er dus niets opgelegd mag worden. De titel geeft perfect weer waarover deze publicatie gaat: geen beschrijving van de collectie, geen catalogus bij de tentoonstelling in het Stedelijk, maar een kunstwerk op zich, met onze collectie als uitgangspunt.
Aanleiding voor het maken van een boek is onze recente schenking aan het Stedelijk Museum en de tentoonstelling die hieruit is voortgekomen. De schenking hangt samen met ons besluit langzamerhand weer afscheid te nemen van de werken die wij door de jaren heen hebben verzameld. Zoals verzamelen voor ons onvermijdelijk blijkt, is ook afscheid nemen onvermijdelijk. Alles is vergankelijk, memento mori.
Centraal in dit boek staat de transformatie die kunstwerken ondergaan als zij van context veranderen, van privéomgeving naar de wereld van het museum. En daarvoor vond er al een transformatie plaats van het atelier naar ons huis. Om onze ideeën vorm te geven hebben wij vier kunstenaars uitgenodigd na te denken over wat verzamelen eigenlijk betekent voor de verzamelaar, wat kunst in huis de kijker biedt, hoe kunst niet los kan worden gezien van zijn context, maar ook wat het betekent om geleidelijk weer afscheid te nemen van al die dierbare, in de loop der jaren verzamelde, objecten. Alle vier de kunstenaars hebben op hun eigen manier gereageerd op deze opdracht.
We kozen voor Johannes Schwartz omdat hij bij het fotograferen van kunst en objecten uitgaat van de context. Zijn gevoel voor materialiteit, voor het stoffelijke, spreekt ons aan evenals zijn visie op de verhouding van de kunst tot de ruimte eromheen. Hij fotografeerde de kunstwerken in ons huis, onze opslag en de reis die zij vervolgens maakten naar het depot van het Stedelijk Museum. Hierbij heeft hij niet de nadruk op de werken zelf gelegd, maar op de veranderende omgeving en de lege plekken die zij na de verhuizing achterlieten. Hij fotografeerde vanuit het perspectief van de kijker die, vaak zittend, de kunst in ons huis beschouwt. Hiermee wil hij onze persoonlijke relatie met kunst zichtbaar maken. Kunst moet gezien worden. Zijn foto’s vormen de basis van het boek.
Als vormgeefster vroegen wij Julie Peeters. Haar werk spreekt ons aan omdat zij een uitgesproken eigen stijl heeft ontwikkeld, waarbij de zorgvuldigheid en onverwachte associaties voor verrassingen zorgen. Een boek is voor haar niet alleen de drager van ideeën, het moet ook een emotie opwekken die past bij de inhoud. Vorm en inhoud zijn voor haar visueel en emotioneel met elkaar verbonden. Samen met Johannes Schwartz creëerde zij een spannend beeldverhaal over de reis van onze kunstwerken.
Ook de taal wilden wij een plek geven. De keuze viel op schrijver en beeldend kunstenaar Cornel Bierens omdat zijn geestige, associatieve en beeldende manier van schrijven goed aansluit op Schwartz’ manier van fotograferen. Hij koos een van de foto’s van Schwartz als vertrekpunt voor een essay ‘Van het Huiselijk naar het Stedelijk’, waarin hij de verhuizing van privéomgeving naar museum vanuit het perspectief van het kunstwerk beschrijft. Net als Schwartz laat hij zien hoe sterk de betekenis van een kunstwerk wordt bepaald door de context waarin het wordt gezien.
Ten slotte laten wij een dichter aan het woord. Wij nodigden de veelzijdige kunstenaar Maria Barnas uit, omdat wij benieuwd waren hoe zij met haar bijzondere manier van observeren en poëtische beschouwingen vanuit haar eigen perspectief commentaar zou geven op de kunst die ons dagelijks omringt. Zij dwaalde een aantal dagen door ons huis en noteerde haar ervaringen in ‘Voorbij de beelden’, een lang gedicht waarin wordt gemijmerd over kunst, de persoonlijke associaties met de werken zelf, en de introspectie die dat voor haar zelf oplevert. Veel kunstwerken die zij in haar gedicht beschrijft zijn werken waarmee wij na de verhuizing naar het Stedelijk Museum de lege plekken opnieuw hebben gevuld.
Dit boek is een momentopname in de ruim veertig jaar dat wij verzamelen. Het vertelt over de rol die kunst in ons leven speelt. In het interview met Bart Rutten, Anne Ruygt en Hripsimé Visser, conservatoren bij het Stedelijk Museum, gaan wij daar nader op in.
De afsluiting van dit boek biedt een rondleiding door ons huis in de vorm van persoonlijke bijschriften bij een aantal foto’s. Elk bijschrift gaat over een ander vertrek en vertelt over onze dagelijkse interactie met de werken in deze ruimte.
Door de recente schenking aan het Stedelijk Museum Amsterdam en de daaraan voorafgaande schenking aan de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE, voorheen ICN) kunnen werken die soms lange tijd in het depot hebben gestaan weer gezien worden in een andere context. De werken krijgen als het ware een nieuw leven. Wij zijn daarom veel dank verschuldigd aan allen die hebben meegewerkt aan deze transformatie en met ons deze boeiende dialoog zijn aangegaan: de directie en medewerkers van het Stedelijk Museum en van de RCE, de kunstenaars en de medewerkers aan dit boek. Veel dank aan Masha van Vliet in het bijzonder, voor haar ondersteuning bij het onderzoek, de ideeënontwikkeling en tekstbegeleiding.
Dit boek is niet bedoeld als een overzicht van onze hele collectie. Het gaat over de kunstwerken zelf, over hoe kunstenaars kijken naar de wereld en dingen zichtbaar maken die voorheen ongezien bleven. De collectie vertelt een verhaal, ons verhaal. Of liever gezegd, een verhaal dat meer is dan de som der delen: ontdekkingen, ontmoetingen en genoegens die wij met velen hebben gedeeld of nog zullen delen in de toekomst. Deze verhalen zijn niet te vervangen. Zij vormen de ziel van de verzameling. De buitenstaander zal misschien enkele verhalen kennen en naar andere gissen, maar voor het grootste deel blijven ze onbekend. Wat overblijft is het allerbelangrijkste: de werken zelf.
Auteurs
Maria Barnas, Cornel Bierens, Beatrix Ruf, Anne Ruygt, Marieke Sanders
Uitgeverij
Verlag der Buchhandlung Walther König, Keulen
Fotografie
Johannes Schwartz
Grafische vormgeving
Julie Peeters
ISBN
978-3-86335-833-4